HAARLEM - Het clubgebouw van Koninklijk Haarlems Mannenkoor Zang en Vriendschap zit zondagmiddag tijdens het optreden van het koor Malle Babbe stampvol. "Nee, mevrouw het is echt helemaal afgeladen", meldt de portier aan een vrouw, die teleurgesteld weer afdruipt.
Het Korenlint - ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Federatie Haarlemse Koren treden door de hele binnenstad 41 koren op - in combinatie met de Open Monumentendagen bleek het afgelopen weekeinde een groot succes. Tijdens de optredens van Doulce Memoire in het Frans Halsmuseum en drie kinderkoren in het stadhuis was bijvoorbeeld nauwelijks plaats voor nog meer bezoekers. "Het zweet druipt van m'n rug, zo heet is het", zei een trotse vader in de Refter-zaal van het stadhuis.
Als het aan mede-organisator Liesbeth de Kat ligt krijgt het Korenlint een vervolg. Volgens haar was het bij het nieuwe evenement een stuk drukker dan normaal tijdens de jaarlijkse koremiddag in het Concertgebouw. "De meeste mensen bleven na hun eigen optreden nog heel even kijken en gingen dan al snel weer weg. Dit is veel leuker. Je kunt overal naar toe, naar andere koren kijken.
Een groot succes", vindt ze. Ook zaterdagmorgen tijdens de opening in de Grote Kerk geven honderden koorleden acte de presence. Dirigent is Leny van Schaik: 'zingen is fitness voor de stem'. Met grapjes probeert ze de zangers en zangeressen in de juiste stemming te brengen voor het Korenlint.
Dat lukt al gauw. Zijn het in de Grote Kerk vooral de ouderen die zingen, zondagmiddag bij de sluiting laat ook de jeugd zich horen. Leden van het Haarlems Kinderkoor, De Kring Kinderkoor, Voorweg Kinderkoor nemen de trappen van het stadhuis in beslag en zingen oud-Hollandse liedjes als 'De Mosselman'. Al gauw krijgen ze de Grote Markt mee. Het Haarlemse echtpaar Kouwenberg vermaakt zich prima. Normaal brachten ze nooit een bezoekje aan de binnenstad tijdens de Open Monumentendagen, maar de combinatie met het korengezang gaf de doorslag om toch een kijkje te gaan nemen. "Leuk om overal rond te neuzen", vinden ze.
(Uit: Haarlems Dagblad van 10 september 2001)